Juridische rubriek: Daar zakt je broek van af

Juridische rubriek: Daar zakt je broek van af

De broek van je vrouwelijke collega naar beneden trekken zodat die in haar blote kont komt te staan? Dat is reden voor een ontslag op staande voet. Een werknemer van een bekende autobouwer in het zuiden van het land overkwam het. Zijn verweer? Het ging om een slechte grap, maar die was wel in lijn met andere grove humor en slechte grappen op de productieafdeling. Goed geprobeerd, maar hij kwam er bij de kantonrechter niet mee weg.

De betreffende werknemer werkte als productiemedewerker in de productiehal, waar auto’s worden geassembleerd. Uit het niets ging hij tijdens werktijd én tijdens het productieproces achter een vrouwelijke collega staan en trok hij haar korte broek naar beneden, waardoor zij met blote billen op de werkvloer kwam te staan, in het bijzijn van collega’s.

‘Slechte grap’

Een dag later bood de werknemer excuses aan en zei hij dat het een slechte grap was. Opmerkelijk: er was geen directe ‘aanleiding’ voor zijn actie. Het ging om een spontane maar vooral impulsieve actie.

Werkgever zag hierin een dringende reden voor ontslag op staande voet. Dit is het zwaarste sanctiemiddel in het Nederlandse arbeidsrecht, met als gevolg dat er per direct geen recht meer op loon bestaat. Ook bestaat er vervolgens geen recht op een WW-uitkering vanwege verwijtbare werkloosheid. Kortom: als werknemer ‘moet’ je dan wel in actie komen. Afhankelijk uiteraard van alle feiten en omstandigheden van het geval, probeert een werknemersadvocaat dan doorgaans in eerste instantie om tot een zogenoemde ’zachte landing’ te komen. Het gegeven ontslag op staande voet wordt dan neutraal gemaakt met een beëindiging van het dienstverband met wederzijds goedvinden (vaststellingsovereenkomst). Alhoewel er doorgaans weinig tot geen onderhandelingspositie zal zijn voor een (hogere) ontslagvergoeding vanwege het verwijtbare handelen (of nalaten) van de werknemer, kunnen op die wijze wel de WW-rechten worden veilig gesteld.

Als de werkgever niet bereid is om het gegeven ontslag op staande voet neutraal te maken of als partijen er simpelweg niet uitkomen, dan heeft de werknemer juridisch gezien nog maar één optie, namelijk een verzoekschrift (laten) indienen bij de kantonrechter. De inzet van die procedure kent twee ‘smaken’: ofwel vordert de werknemer herstel dienstbetrekking ofwel conformeert de werknemer zich aan het gegeven ontslag, maar vordert hij een ontslagvergoeding en schadevergoeding. In beide gevallen dient de procedure binnen twee maanden na het gegeven ontslag op staande voet aanhangig gemaakt te worden bij de kantonrechter. Dit betreft een wettelijke vervaltermijn. Anders dan de wettelijke verjaringstermijn, kan de wettelijke vervaltermijn niet gestuit worden, of in simpel Nederlands verlengd kan worden. Te laat is ook echt te laat.

Verweer werknemer

Terug naar de werknemer met het opmerkelijke gevoel voor humor. Hij vocht het gegeven ontslag op staande voet aan bij de kantonrechter. Zijn verweer: op de werkvloer zou een eigen cultuur met eigen normen en waarden heersen en bovendien zou zijn vrouwelijke collega het niet erg hebben gevonden.

Op de productieafdeling zou er vaker sprake zijn van grove humor en slechte grappen. Zijn grap stond niet op zichzelf. Zo zou een vrouwelijke collega ook al eens de broek van een mannelijke collega omlaag hebben getrokken en zou een leidinggevende hem eens in zijn kruis hebben gegrepen. Ook chefs zouden aan deze losse omgangsvormen op de werkvloer meedoen.

Kantonrechter

De kantonrechter oordeelde echter dat er geen bewijs was voor deze ‘eigen norm’. En zelfs als dat al aangetoond had kunnen worden, dan was dat in deze zaak alsnog niet relevant. Waarom? De ontslagen werknemer stelde namelijk ook hij deze incidenten nooit aan het bedrijf had gemeld, waarmee zijn eigen conclusie – de leiding grijpt niet in en dus is het toegestaan – geen hout snijdt.

Ook haalde de kantonrechter nog het bedrijfsreglement aan, waarin expliciet staat vermeld dat pesten en seksuele intimidatie verboden zijn. Hij had dus kunnen weten dat het omlaag trekken van de broek van een vrouwelijke collega daar haaks op staat. En dit klemt des te meer, nu de betreffende werknemer nota bene nog een bedrijfstraining had gevolgd, waarbij ook omgangsvormen aan de orde kwamen. Ten slotte hangen in de productiehal waarschuwingsborden met teksten en afbeeldingen over de gewenste normen en omgangsvormen op de werkvloer.

Kortom: het gegeven ontslag op staande voet was meer dan terecht gegeven en bleef ook bij de kantonrechter in stand.

Stijn Maas

Stijn Maas

Aanbevolen artikelen
Neem contact op

Wilt u ons een bericht sturen? Wij nemen zo spoedig mogelijk contact met u op.

0