Column Juridisch:
Slapend dienstverband…wakker worden!
Huh? Slapend dienstverband? Hiermee doel ik niet op de werknemer die een nachtje heeft doorgehaald en zijn roes uitslaapt, maar op de situatie dat uw werknemer langer dan 2 jaar arbeidsongeschikt is.
Hoe zat het ook alweer met de langdurig arbeidsongeschikte werknemer voordat de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) in 2015 werd ingevoerd? Als werkgever kon u dan voor de werknemer die meer dan twee jaar ziek was, een ontslagvergunning aanvragen bij het UWV. Na twee jaar vervalt namelijk het wettelijke opzegverbod ziekte. Met de ontslagvergunning kon u tot een ontslag overgaan, zonder dat u een ontslagvergoeding hoefde te betalen.
Verschil met vroeger: transitievergoeding!
Vanaf 1 juli 2015 is deze ‘ontslagroute’ via het UWV ongewijzigd. Groot verschil met vroeger, is dat de zieke werknemer nu wél recht heeft op een ontslagvergoeding. De WWZ bepaalt immers – als hoofdregel en uitzonderingen daargelaten – dat iedere werknemer die ten minste 24 maanden in dienst is geweest, recht heeft op de wettelijke transitievergoeding.
Slapend dienstverband
Een inmiddels bekend maar ook ongewenst gevolg van het voorgaande, is dat werkgevers nogal eens kiezen voor een ‘slapend’ dienstverband: de zieke werknemer wordt in dienst gehouden, zonder dat er arbeid wordt verricht en zonder dat er loon wordt betaald (de loondoorbetalingsverplichting stopt in principe na twee jaar ziekte). Door het dienstverband niet te beëindigen, voorkomt de werkgever dat hij de wettelijke transitievergoeding moet betalen. De werknemer zit dan gevangen in een dienstverband, waarbij hij geen recht meer heeft op betalingen van zijn werkgever.
Rechtspraak
Kantonrechters oordelen vrijwel unaniem dat het in stand laten van een slapend dienstverband weliswaar onfatsoenlijk is, maar ook dat er geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten. Deze lijn in de rechtspraak is door een hogere rechter, namelijk door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, bevestigd. In haar uitspraak op 27 juli 2016, heeft zij geoordeeld dat de keuze voor een slapend dienstverband niet onrechtmatig is. Er bestaat geen verplichting voor de werkgever om een arbeidsongeschikte werknemer te ontslaan nadat de loondoorbetalingsverplichting tijdens ziekte is geëindigd. Ook als de reden voor de werkgever om niet tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst over te gaan, uitsluitend is gelegen in het niet willen betalen van de transitievergoeding, kan niet worden gesproken van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van werkgever.
Politiek
Juridisch is een slapend dienstverband dus toelaatbaar, maar er blijft wel iets knagen. Net als de rechtspraak, noemde ook Minister Asscher deze praktijk in het voorjaar van 2016 onfatsoenlijk. Daarom is in het voorjaar van 2016 voorgesteld om werkgevers te compenseren voor het betalen van een transitievergoeding aan een langdurig arbeidsongeschikte werknemer. Die compensatie zal dan komen uit het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWF), waar werkgevers een uniforme premie voor betalen. Het risico wordt dan dus hoofdelijk omgeslagen met minder kosten voor de individuele werkgever. Voor werkgevers bestaat dan geen reden meer om de langdurig arbeidsongeschikte werknemer ‘slapend’ in dienst te houden. En de langdurig arbeidsongeschikte werknemer behoudt het (huidige) recht op een transitievergoeding. Deze wijziging treedt naar verwachting pas per 1 januari 2018 in werking.
Voorlopige conclusie
Tot 1 januari 2018 is – in lijn met de huidige rechtspraak – een slapend dienstverband toegestaan, om het betalen van een transitievergoeding te voorkomen. Naast dit (onfatsoenlijke) voordeel, zijn er ook risico’s aan verbonden. Als werkgever moet u zich blijven inspannen voor de re-integratie van de werknemer en, indien mogelijk, passende arbeid aanbieden. Bovendien telt een slapend dienstverband mee bij de afspiegeling tijdens een reorganisatie. Denk dus goed na voordat u uw zieke werknemer in slaap sust!
Bedrijf: Allied Advocaten
Functie: Advocaat/Partner
Specialisatie: Arbeidsrecht
Ondernemers: “Kunnen mij altijd vrijblijvend bellen. Hoe benader ik klanten? Ik geloof in een persoonlijke benadering en een goede en duurzame samenwerking met klanten. Niet een kantoor staat u bij, maar de mens en advocaat Stijn Maas. Zoals ik mens ben, ben ik ook als advocaat: no nonsens en down-to-earth. Laagdrempelig en praktisch.”
Motto: “Als specialist arbeidsrecht bied ik praktisch, betaalbaar en laagdrempelig arbeidsrechtadvies voor particulier en MKB-ondernemers, zodat de arbeidsrechtadvocatuur voor een bredere groep mensen bereikbaar wordt. Dit doe ik met mijn unique selling points: een brede blik, betaalbaar en betrokken.”
smaas@alliedadvocaten.nl